Schepnetjes
Dag zes (13.02 uur) - Het is dag zes naast de rivier en ik heb nog steeds geen schepnetjes voor de mannen kunnen vinden. Gelukkig maken ze hierdoor nieuwe vrienden, want aan de waterkant komen allerlei anderen langs die ze best even willen uitlenen. Toch blijft de nadrukkelijke wens bestaan om er zelf een te hebben.
Ik pak wederom de auto, maar moet een grotere supermarkt vinden, eentje op zestien minuten rijden. Onderweg scheurt een Fransman met 80 km per uur langs mij, haalt mij in en snijdt mij af. Vervolgens brakecheckt hij mij en blijft een paar keer remmen. Normaal ben ik een soort snelle boeddha in het verkeer waarop je kunt rekenen, maar brakechecken staat absoluut niet op het lijstje van dingen die ik in het leven door de vingers zal zien. Ik rem, stap uit en loop naar de auto van de wegpiraat toe. Tot mijn verbazing blijft hij met open deur zitten, kijkt via zijn spiegels, en loopt hard mijn kant op te schelden. Als je mij kent weet je dat ik een lieveheersbeestje nog geen kwaad zal doen, maar wellicht zijn die 190 Nederlandse centimeters schrikwekkend wanneer je klein, oud, Frans en dronken bent. Hij scheurt door, en ik hoop hem verderop tegen een paal of muur tegen te komen, maar de rest van het uur blijft rustig.
Ik koop een stuk verderop twee blauwe schepnetjes en sta anderhalf uur later weer aan de rivierkant op de camping. De gaatjes blijken net iets te groot, en de kleine visjes zwemmen er gewoon doorheen.