Fluiten

Het is een mega vroege zomerochtend en de wereld, aka onze straat, slaapt nog. Ik lijk al ready to go en heb zin om zometeen hard te lopen. Na het gekraak van mijn gewicht op de trap hoor ik gerommel op Jonah’s kamer, die sowieso altijd vanaf een uur of half zes bij ieder geluidje van mij wakker lijkt te worden. Geen ramp, want alle uren daarvoor is hij vrijwel altijd knock-out.

Ik open de deuren richting de achtertuin, hoor allerlei groepen vogels al hard fluiten, en hoor daarna Jonah’s stappen op de traptreden. Hij fluit ook, waarna ik een lichte paniek voel, want Bobbie slaapt nog diep, en die heeft sowieso nog anderhalf uur slaap nodig omdat het gister veel te laat was. Ik loop snel naar Jonah toe en ‘sssst’ hem van onderaan de trap. Mijn toon is onnodig streng voor de vroege ochtend, en al helemaal omdat ik in mijn handen mag knijpen dat hij vrolijk doet. Net als ik heeft hij aanleg om inclusief een ochtendhumeur wakker te worden, dus vrolijke momenten moeten we echt koesteren. En ga ik zometeen dan ook onderaan die boom staan om de vogels te vragen stil te zijn? Natuurlijk zijn er in het huis meer mensen waar we rekening mee moeten houden, maar die beargumentatie naar Jonah toe hield ik te kort en bondig. Alsof we in een bibliotheek zijn.

Iets later die dag schrijf ik in mijn notities dat ik vrolijkheid echt meer moet omarmen. En dat ik hem de volgende keer misschien wel even moet onderbreken zodat Bob lekker kan blijven slapen, maar daarna even kort vertel dat ik zo blij ben dat hij de drive voelt om te fluiten, en dat ik hoop dat we dat samen nog ons hele leven zullen doen. Wellicht kan ik hem daarna vragen of hij al op zijn vingers kan fluiten.

Oma Marian kon dat keihard, en leerde het ook aan mij. Ik kan trouwens ook op slechts twee vingers fluiten, misschien zelfs op eentje. Zullen we dat oefenen zodra de rest wakker is? Ik ben in ieder geval blij dat je je blij voelt.

Volgende
Volgende

Rennen